Inhoudsopgave
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE HOTELINDUSTRIE 2006 (AGBH 2006) Versie d.d. 15 november 2006 § 1 Toepassingsgebied
§ 2 Definities van termen
§ 3 Sluiting van het contract – aanbetaling
§ 4 Begin en einde van verblijf
§ 5 Terugtrekking uit het logiescontract – annuleringskosten
§ 6 Verschaffing van alternatieve huisvesting
§ 7 Rechten van de contractpartner
§ 8 Verplichtingen van de contractpartner
§ 9 Rechten van de aanbieder van accommodatie
§ 10 Verplichtingen van de logiesverlener
§ 11 Aansprakelijkheid van de logiesverlener voor schade aan meegebrachte goederen
§ 12 Beperking van aansprakelijkheid
§ 13 Veeteelt
§ 14 Uitbreiding van de accommodatie
§ 15 Beëindiging van het logiescontract – voortijdige opzegging
§ 16 Ziekte of overlijden van de gast in het logiescontract
§ 17 Plaats van nakoming, bevoegde rechtbank en rechtskeuze
§ 18 Diversen
§ 1 Toepassingsgebied
1.1 Deze Algemene Voorwaarden voor de Hotelbranche (hierna “AGBH 2006” genoemd) vervangen de voorgaande ÖHVB in de versie van 23 september 1981. 1.2 De AGBH 2006 sluiten bijzondere overeenkomsten niet uit. De AGBH 2006 zijn ondergeschikt aan afzonderlijke overeenkomsten.
§ 2 Definities van termen
2.1 Definities: “Accommodatieverstrekker”: Is een natuurlijke of rechtspersoon die tegen betaling gasten onderbrengt. “Gast”: een natuurlijk persoon die gebruik maakt van accommodatie. De gast is meestal ook de contractpartner. Tot de gasten behoren ook personen die met de contractant meereizen (bijv. familieleden, vrienden, enz.). “Partij”: een natuurlijke of rechtspersoon in Oostenrijk of in het buitenland die als gast of voor een gast een logiesovereenkomst sluit. “Consument” en “ondernemer”: de begrippen moeten in de zin van de gewijzigde wet op de consumentenbescherming van 1979 worden begrepen. “Logiesovereenkomst”: Is de overeenkomst tussen de logiesverlener en de contractant, waarvan de inhoud hieronder nader wordt geregeld.
§ 3 Sluiting van het contract – aanbetaling
3.1 De verblijfsovereenkomst komt tot stand door het aanvaarden van de bestelling van de contractant door de herbergier. Elektronische verklaringen gelden als ontvangen, indien de partij voor wie de verklaring bestemd is, deze onder normale omstandigheden kan opvragen en de verklaring tijdens de gepubliceerde kantooruren van de herbergier ontvangen werd. 3.2 De herbergier heeft het recht de verblijfsovereenkomst te sluiten onder de voorwaarde dat de contractant een aanbetaling doet. In dit geval is de herbergier verplicht om de contractant voor het aannemen van de schriftelijke of mondelinge bestelling van de contractant te informeren over de vereiste aanbetaling. Gaat de contractant akkoord met de aanbetaling (schriftelijk of mondeling), dan geldt de verblijfsovereenkomst als gesloten, wanneer de herbergier de akkoordverklaring met betrekking tot de betaling van de aanbetaling door de contractant heeft ontvangen. 3.3 De contractant is verplicht de aanbetaling uiterlijk 7 dagen (ontvangstbewijs) voor de logiesverstrekking te betalen. De kosten voor de geldtransactie (bijv. overschrijvingskosten) zijn voor rekening van de contractant. Voor credit- en debitcards gelden de respectievelijke voorwaarden van de kaartmaatschappijen. 3.4 De aanbetaling is een termijn van de overeengekomen vergoeding.
§ 4 Begin en einde van verblijf
4.1 Tenzij de herbergier een ander tijdstip voor de bezetting voorstelt, heeft de contractant het recht om de gehuurde kamers op de overeengekomen dag (“dag van aankomst”) vanaf 15.00 uur te betrekken. 4.2 Indien een kamer voor het eerst vóór 6.00 uur wordt betrokken, geldt de voorafgaande nacht als eerste overnachting. 4.3 De gehuurde kamers dienen op de dag van vertrek voor 10.00 uur door de contractant verlaten te worden. De herbergier heeft het recht een extra dag in rekening te brengen indien de gehuurde kamers niet binnen de gestelde termijn ontruimd zijn.
§ 5 Terugtrekking uit het logiescontract – annuleringskosten
5.1 Voorziet de verblijfsovereenkomst in een aanbetaling en werd de aanbetaling door de contractant niet tijdig betaald, dan kan de herbergier de verblijfsovereenkomst zonder uitstel opzeggen. 5.2 Indien de gast op de overeengekomen dag van aankomst niet voor 18.00 uur verschijnt, bestaat er geen verplichting om logies te verstrekken, tenzij een later tijdstip van aankomst werd overeengekomen. 5.3 Indien de contractant een aanbetaling heeft gedaan (zie 3.3), blijven de kamers gereserveerd tot uiterlijk 12.00 uur op de dag volgend op de overeengekomen aankomstdatum. Bij vooruitbetalingen van meer dan vier dagen eindigt de logiesverplichting om 18.00 uur op de vierde dag, waarbij de dag van aankomst als eerste dag wordt gerekend, tenzij de gast een latere dag van aankomst aankondigt. 5.4 Voor zover niet anders overeengekomen, kan de herbergier de verblijfsovereenkomst om objectief gerechtvaardigde redenen tot 3 maanden voor de overeengekomen dag van aankomst van de contractant eenzijdig opzeggen. Opzegging door de contractant – annuleringskosten 5.5 De verblijfsovereenkomst kan door de contractant door een eenzijdige verklaring tot uiterlijk 3 maanden voor de overeengekomen aankomstdatum van de gast zonder betaling van annuleringskosten opgezegd worden. 5.6 Buiten de in § 5.5 genoemde termijn is annulering door een eenzijdige verklaring van de contractant alleen mogelijk tegen betaling van de volgende annuleringskosten: – tot 1 maand voor de aankomstdatum 40% van de totale arrangementsprijs; – tot 1 week voor de aankomstdatum 70% van de totale arrangementsprijs; – in de laatste week voor de aankomstdatum 90% van de totale arrangementsprijs. 5.7 Als de contractant door onvoorziene buitengewone omstandigheden (bijv. extreme sneeuwval, overstroming, enz.) niet in staat is om op de dag van aankomst in het logiesverblijf te arriveren, is de contractant niet verplicht om de overeengekomen vergoeding voor de aankomstdagen te betalen. 5.8 De verplichting tot betaling van de vergoeding voor het geboekte verblijf herleeft vanaf de dag van aankomst indien aankomst binnen drie dagen opnieuw mogelijk is.
§ 6 Verschaffing van alternatieve huisvesting
6.1 De herbergier kan de contractant of de gasten een passende vervangende accommodatie (van dezelfde kwaliteit) aanbieden, indien dit voor de contractant redelijk is, in het bijzonder indien de afwijking gering en objectief gerechtvaardigd is. 6.2 Er is sprake van een objectieve rechtvaardiging, bijvoorbeeld wanneer de kamer(s) onbruikbaar is (zijn) geworden, reeds gehuisveste gasten hun verblijf verlengen, er sprake is van overboeking of andere belangrijke operationele maatregelen deze stap noodzakelijk maken. 6.3 Eventuele bijkomende kosten voor de vervangende accommodatie zijn voor rekening van de herbergier.
§ 7 Rechten van de contractpartner
7.1 Door het afsluiten van een logiescontract verwerft de contractpartner het recht op het gebruikelijke gebruik van de gehuurde kamers, de voorzieningen van het logiesbedrijf, die gewoonlijk zonder bijzondere voorwaarden voor de gasten toegankelijk zijn voor gebruik, en op de gebruikelijke service. De contractant oefent zijn rechten uit in overeenstemming met eventuele richtlijnen van het hotel en/of de gast (huisregels).
§ 8 Verplichtingen van de contractpartner
8.1 De contractant is verplicht om de overeengekomen vergoeding plus eventuele bijkomende bedragen die ontstaan door het afzonderlijke gebruik van de diensten door de contractant en/of de gasten die hem vergezellen, plus de wettelijke btw uiterlijk op het tijdstip van vertrek te betalen. 8.2 De herbergier is niet verplicht vreemde valuta aan te nemen. Indien de herbergier vreemde valuta accepteert, worden deze indien mogelijk tegen de actuele wisselkoers als betaling geaccepteerd. Aanvaardt de herbergier vreemde valuta of betaalmiddelen zonder contant geld, dan draagt de contractant alle daarmee verbonden kosten, zoals bijv. navraag bij creditcardmaatschappijen, telegrammen etc. 8.3 De contractant is tegenover de herbergier aansprakelijk voor alle schade, die door de contractant of de gast of andere personen, die met medeweten of wil van de contractant diensten van de herbergier aannemen, veroorzaakt wordt.
§ 9 Rechten van de aanbieder van accommodatie
9.1 Weigert de contractant de overeengekomen prijs te betalen of is hij in gebreke, dan heeft de herbergier het wettelijke recht van terughouding volgens § 970c ABGB en het wettelijke pandrecht volgens § 1101 ABGB op de door de contractant of de gast meegebrachte voorwerpen. Bovendien heeft de herbergier het recht op dit retentierecht resp. pandrecht om zijn aanspraken uit de verblijfsovereenkomst te waarborgen, in het bijzonder voor catering, andere kosten die voor de contractant gemaakt werden en voor eventuele aanspraken op schadevergoeding van welke aard dan ook. 9.2 Wordt er service in de kamer van de contractant of op ongebruikelijke tijden van de dag (na 20.00 uur en voor 6.00 uur) gevraagd, dan heeft de herbergier het recht om hiervoor een speciale toeslag te berekenen. Deze toeslag wordt echter op de prijslijst van de kamer vermeld. De herbergier kan deze diensten ook om operationele redenen weigeren. 9.3 De herbergier heeft het recht om zijn diensten op elk moment te factureren of tussentijds te factureren.
§ 10 Verplichtingen van de logiesverlener
10.1 De herbergier is verplicht de overeengekomen diensten te verlenen in een mate die overeenkomt met zijn standaard. 10.2 Voorbeelden van speciale diensten van de herbergier die gelabeld moeten worden en niet in de verblijfskosten inbegrepen zijn, zijn: a) speciale woondiensten die apart in rekening gebracht kunnen worden, zoals het ter beschikking stellen van lounges, sauna, overdekt zwembad, zwembad, solarium, garage etc.; b) voor het ter beschikking stellen van extra bedden of kinderbedjes wordt een gereduceerde prijs in rekening gebracht.
§ 11 Aansprakelijkheid van de logiesverlener voor schade aan meegebrachte goederen
11.1 De herbergier is volgens § 970 e.v. ABGB (Oostenrijks Burgerlijk Wetboek) aansprakelijk voor de door de contractant ingebrachte voorwerpen. De aansprakelijkheid van de herbergier is alleen dan van toepassing, indien de voorwerpen aan de herbergier of aan de door de herbergier bevoegde personen overhandigd werden of naar een door de herbergier daartoe geïnstrueerde of aangewezen plaats gebracht werden. Indien de herbergier dit niet kan bewijzen, is de herbergier aansprakelijk voor zijn eigen schuld of de schuld van zijn werknemers evenals de uitgaande en inkomende personen. De herbergier is volgens § 970 (1) ABGB aansprakelijk tot ten hoogste het bedrag van de wet van 16 november 1921 betreffende de aansprakelijkheid van herbergiers en andere ondernemers, zoals gewijzigd. Indien de contractant of de gast niet onmiddellijk gehoor geeft aan het verzoek van de logiesverlener om zijn bezittingen in een speciale opslagplaats onder te brengen, is de logiesverlener van elke aansprakelijkheid ontslagen. De hoogte van een eventuele aansprakelijkheid van de herbergier is beperkt tot maximaal het bedrag van de aansprakelijkheidsverzekering van de betreffende herbergier. Er wordt rekening gehouden met de schuld van de contractant of de gast. 11.2 De herbergier is niet aansprakelijk voor lichte nalatigheid. Is de contractant een ondernemer, dan is ook de aansprakelijkheid voor grove nalatigheid uitgesloten. In dit geval draagt de contractant de bewijslast voor het bestaan van schuld. Gevolgschade of indirecte schade evenals gederfde winst worden in geen geval vergoed. 11.3 Voor kostbaarheden, geld en waardepapieren is de herbergier slechts aansprakelijk tot een actueel bedrag van € 550,-. Voor schade boven dit bedrag is de herbergier alleen aansprakelijk, indien hij deze voorwerpen met kennis van hun aard in bewaring heeft genomen of indien de schade door hemzelf of een van zijn medewerkers werd veroorzaakt. De beperking van de aansprakelijkheid volgens 12.1 en 12.2 is van overeenkomstige toepassing. 11.4 De herbergier kan de inbewaringneming van kostbaarheden, geld en waardepapieren weigeren, indien deze aanzienlijk meer waard zijn dan de voorwerpen die gasten van de betreffende herbergier gewoonlijk in bewaring geven. 11.5 In elk geval van in bewaring gegeven voorwerpen is de aansprakelijkheid uitgesloten, indien de contractant en/of de gast de herbergier niet onmiddellijk na het bekend worden van de schade op de hoogte stelt. Bovendien moeten deze claims binnen drie jaar vanaf het tijdstip van kennisname of mogelijke kennisname door de contractant en/of de gast voor de rechtbank geldend gemaakt worden, anders vervalt het recht.
§ 12 Beperking van aansprakelijkheid
12.1 Is de contractant een consument, dan is de aansprakelijkheid van de herbergier voor lichte nalatigheid, met uitzondering van lichamelijk letsel, uitgesloten. 12.2 Is de contractant een ondernemer, dan is de aansprakelijkheid van de herbergier voor lichte en grove nalatigheid uitgesloten. In dit geval rust de bewijslast voor het bestaan van schuld op de contractant. Gevolgschade, immateriële schade of indirecte schade evenals gederfde winst worden niet vergoed. De te vergoeden schade is in elk geval beperkt tot het bedrag van het rechtmatige belang.
§ 13 Veeteelt
13.1 Dieren mogen alleen met voorafgaande toestemming van de herbergier en eventueel tegen een speciale vergoeding naar de herbergier gebracht worden. 13.2 De contractant die een dier meeneemt, is verplicht dit dier tijdens het verblijf volgens de voorschriften te houden of onder toezicht van een geschikte derde te laten houden of op eigen kosten te laten houden. 13.3 De contractpartner of gast die een dier meeneemt, dient een passende dierenaansprakelijkheidsverzekering of particuliere aansprakelijkheidsverzekering te hebben die ook eventuele schade veroorzaakt door dieren dekt. Het bewijs van deze verzekering moet op verzoek van de herbergier worden voorgelegd. 13.4 De contractant en/of zijn verzekeraar is tegenover de herbergier hoofdelijk aansprakelijk voor schade, die door meegebrachte dieren veroorzaakt werd. Tot de schade behoort in het bijzonder ook de schadevergoeding die de herbergier aan derden moet betalen. 13.5 In de lounges, salons, restaurantruimten en wellnessruimten zijn geen dieren toegestaan.
§ 14 Uitbreiding van de accommodatie
14.1 De contractant heeft geen recht op een verlenging van het verblijf. Indien de contractant de herbergier tijdig op de hoogte brengt van zijn wens om het verblijf te verlengen, kan de herbergier met de verlenging van de verblijfsovereenkomst instemmen. De herbergier is hiertoe niet verplicht. 14.2 Indien de contractant op de dag van vertrek door onvoorziene buitengewone omstandigheden (bijv. extreme sneeuwval, overstroming enz.), die alle vertrekmogelijkheden gesloten of onbruikbaar maken, het verblijf niet kan verlaten, wordt de verblijfsovereenkomst automatisch verlengd voor de duur van de onmogelijkheid om te vertrekken. Een vermindering van de vergoeding voor deze periode is alleen mogelijk als de contractant door de buitengewone weersomstandigheden niet volledig gebruik kan maken van de door het logiesbedrijf aangeboden diensten. De logiesverlener heeft het recht om ten minste de vergoeding te vragen die overeenkomt met de prijs die gewoonlijk in het laagseizoen in rekening wordt gebracht.
§ 15 Beëindiging van het logiescontract – voortijdige opzegging
15.1 Werd de verblijfsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten, dan eindigt deze door het verstrijken van de termijn. 15.2 Bij voortijdig vertrek van de contractant heeft de herbergier het recht de volledige overeengekomen vergoeding te eisen. De herbergier brengt in mindering wat hij bespaard heeft door het niet gebruiken van zijn diensten of wat hij door het verhuren van de geboekte ruimtes aan andere partijen ontvangen heeft. Er is alleen sprake van een besparing als het logiesbedrijf op het moment van niet-gebruik van de door de gast bestelde kamers volgeboekt is en de kamers door de annulering van de contractant aan andere gasten verhuurd kunnen worden. De contractant draagt de bewijslast voor de besparing. 15.3 De overeenkomst met de herbergier eindigt door het overlijden van een gast. 15.4 Werd de verblijfsovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten, dan kunnen de contractanten de overeenkomst tot 10:00 uur op de derde dag voor het beoogde einde van de overeenkomst opzeggen. 15.5 De herbergier heeft het recht om de verblijfsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen op grond van een gegronde reden, in het bijzonder wanneer de contractant of de gast a) een aanzienlijk schadelijk gebruik van de ruimtes maakt of door onattent, aanstootgevend of anderszins grof onbehoorlijk gedrag het samenleven voor de andere gasten, de herbergier, het personeel van de herbergier of derden die in de herbergier verblijven onaangenaam maakt of jegens deze personen een daad begaat die tegen de eigendom, de goede zeden of de fysieke veiligheid indruist en die wettelijk strafbaar is; b) wordt getroffen door een besmettelijke ziekte of een ziekte die langer duurt dan de periode van het verblijf of op een andere manier zorgbehoevend wordt; c) nalaat de ingediende facturen te betalen wanneer deze verschuldigd zijn binnen een redelijk gestelde termijn (3 dagen). 15.6 Indien de vervulling van de overeenkomst door een als overmacht te beschouwen gebeurtenis (bijv. natuurrampen, staking, uitsluiting, ambtelijk bevel etc.) onmogelijk wordt, kan de herbergier de verblijfsovereenkomst te allen tijde zonder inachtneming van een opzeggingstermijn opzeggen, tenzij de overeenkomst al van rechtswege opgezegd is of de herbergier van zijn verblijfsplicht ontheven is. Schadeclaims enz. van de contractant zijn uitgesloten.
§ 16 Ziekte of overlijden van de gast in het logiescontract
16.1 Wordt een gast tijdens zijn verblijf in het logiesverblijf ziek, dan zal de herbergier op verzoek van de gast voor medische verzorging zorgen. In geval van dreigend gevaar moet de herbergier ook zonder een speciaal verzoek van de gast voor medische verzorging zorgen, in het bijzonder wanneer dit noodzakelijk is en de gast niet in staat is dit zelf te doen. 16.2 Zolang de gast niet in staat is om beslissingen te nemen of zijn familieleden niet bereikbaar zijn, zal de herbergier op kosten van de gast voor medische verzorging zorgen. De omvang van deze verzorgingsmaatregelen eindigt echter op het moment dat de gast weer in staat is om beslissingen te nemen of de familieleden op de hoogte zijn gesteld van het ziektegeval. 16.3 De herbergier heeft het recht om van de contractant en de gast of, in geval van overlijden, van hun rechtsopvolgers een schadevergoeding te eisen voor met name de volgende kosten a) nog verschuldigde medische kosten, kosten voor ziekenvervoer, medicijnen en medische hulpmiddelen b) noodzakelijk geworden desinfectie van de kamers, c) onbruikbaar geworden linnengoed, beddengoed en beddengoed, anders voor de desinfectie of grondige reiniging van al deze voorwerpen, d) herstel van muren, d) herstel van muren, stoffering, vloerbedekking e.d., voor zover deze in verband met de ziekte of het overlijden zijn verontreinigd of beschadigd, e) kamerhuur, voor zover de kamer door de gast is gebruikt, vermeerderd met de dagen waarop de kamers wegens desinfectie, ontruiming e.d. niet kunnen worden gebruikt, f) eventuele andere kosten die ten gevolge van de ziekte of het overlijden zijn ontstaan. f) eventuele andere schade die de logiesverlener heeft geleden.
§ 17 Plaats van nakoming, bevoegde rechtbank en rechtskeuze
17.1 De plaats van nakoming is de plaats waar het logiesbedrijf is gevestigd. 17.2 Op deze overeenkomst is het Oostenrijkse formele en materiële recht van toepassing met uitsluiting van de regels van het internationale privaatrecht (in het bijzonder IPRG en EVÜ) en het VN-kooprecht. 17.3 De exclusieve bevoegde rechtbank voor bilaterale handelstransacties is de woonplaats van de herbergier, waarbij de herbergier ook het recht heeft om zijn rechten voor alle andere bevoegde rechtbanken te doen gelden. 17.4 Werd de verblijfsovereenkomst met een contractant gesloten die consument is en zijn woonplaats of zijn gebruikelijke verblijfplaats in Oostenrijk heeft, kan een rechtsvordering tegen de consument alleen in de woonplaats, gebruikelijke verblijfplaats of de plaats van tewerkstelling van de consument ingesteld worden. 17.5 Werd de verblijfsovereenkomst met een contractpartner gesloten die consument is en wiens woonplaats zich in een lidstaat van de Europese Unie (met uitzondering van Oostenrijk), IJsland, Noorwegen of Zwitserland bevindt, dan is voor rechtsvorderingen tegen de consument uitsluitend de bevoegde rechtbank van de woonplaats van de consument bevoegd.
§ 18 Diversen
18.1 Tenzij bovenstaande bepalingen anders bepalen, gaat een termijn in bij de overhandiging van het document waarin de termijn is vastgesteld aan de contractanten, die de termijn in acht moeten nemen. Bij de berekening van een termijn die in dagen wordt vastgesteld, wordt de dag waarop het tijdstip of de gebeurtenis valt waarop het begin van de termijn moet worden gebaseerd, niet meegerekend. Tijdlimieten die worden bepaald door weken of maanden hebben betrekking op die dag van de week of maand die door zijn naam of nummer overeenkomt met de dag vanaf welke de tijdslimiet moet worden gerekend. Als deze dag in de maand ontbreekt, is de laatste dag van deze maand bepalend. 18.2 Verklaringen moeten op de laatste dag van de termijn (middernacht) door de andere Partij ontvangen zijn. 18.3 De herbergier is gerechtigd om zijn eigen claims te verrekenen met claims van de contractant. De contractant heeft niet het recht om zijn eigen vorderingen met de vorderingen van de herbergier te verrekenen, tenzij de herbergier insolvent is of de vordering van de contractant door een rechtbank vastgesteld of door de herbergier erkend werd. 18.4 In geval van lacunes gelden de desbetreffende wettelijke bepalingen.